INFO | ||
TUESDAY, NOVEMBER 17 - BANANA PEEL RUISELEDE |
||
ZAC HARMON (US) website my space music samples video CD review |
DIUNNA GREENLEAF (US) website video music samples vide CD review |
GREGG WRIGHT (US)
website my space music samples video CD review |
review: witteMVS |
||
REVIEW | ||
Twee dagen was de Chicago Blues Tour te gast in de Banana Peel. Twee dagen feest. Wij waren er op dinsdag en hebben ten zeerste genoten. B.P. is door de jaren heen een trouwe klant gebleven van de ‘Chicago Blues Tour’-packages en zelden of nooit is dit een minder goeie formule gebleken. Integendeel. Doordat meerdere artiesten hun opwachting maken binnen een avondvullend tijdsbestek, is er een gevariëerd aanbod en krijgt het vervelingsduiveltje geen enkele kans op slagen. Het publiek blijft alert tot de laatste noot en ook op het podium is de relaxte sfeer voelbaar, omdat er geen tour de forces moeten geleverd worden door één centraal persoon. Maar we lopen voor op de gebeurtenissen. Eerst hadden we recht op een opwarmer, hoewel deze term slecht gekozen blijkt, gezien de heersende temperaturen in het lokaal. Dat is ook traditie in B.P., dat lokaal talent de kans gegeven wordt zich te profileren op dat beroemde podium. Eén en ander kan niet zonder eerst gekeurd en goed bevonden te worden door de organisatoren, je staat tenslotte net vóór de groten op datzelfde podium je ding te doen, enige authenticiteit en vaardigheid is dus wel aan de orde. TINY LEGS TIM (B)my space video Tiny Legs Tim (vrij vertaald : Timmetje met de Korte Beentjes), voldeed aan die voorwaarden en mocht komen tonen wat hij allemaal in petto had. Waarom hij huidige artiestnaam gekozen heeft, is mij niet duidelijk. Hij leek me een jongeman van achter in de twintig met benen van een normale lengte. Dus helemaal geen knulletje. Misschien heeft hij deze nickname gekozen toen hij ermee begon. Tim is een adept van de Deltaschool, om het zo maar eens te zeggen, en in dat kader is zijn naam misschien nog toepasselijk. In de oude rotten Deltablues middens kan inderdaad gesteld worden dat hij een snotneus is. Hij is zelfzeker genoeg om zich in zijn eentje uit de slag te trekken en weet zijn songs al redelijk aan mekaar te knopen met een grol en een kwinkslag. Zijn instrumenten zijn een oude gitaar die het elk moment lijkt te willen opgeven, maar de juiste klank heeft, de noodzakelijke bottleneck voor wie delta-standards wil vertolken en een mondharmonica in neckrack. Zijn stem is enigszins nasaal en niet echt bluesvriendelijk, maar hetzelfde wordt gezegd van ene Bawb Dylan. Zijn attitude zit wel snor. Hij speelt enkele, licht bewerkte, klassiekers van het genre, zoals “Ramblin’ On My Mind” en “Crossroads”, Robert Johnson is verplichte leerstof, maar hij trapt niet in de val om enkel het overbekende werk te brengen. Hij begint zelfs met “In My Time of Dying” (Jezus Make Up My Dying Bed) van Blind Willie Johnson. Niet zo voor de hand liggend. Zijn eigen werk ligt helemaal in het verlengde van zijn voorbeelden. “Standin’ At the Station” gelijkt zelfs heel hard op Water’s “I Can’t Be Satisfied” qua songstructuur. Maar dat is een vast gegeven in de blueswereld, zelfs de ouden, de founders, gapten van mekaar. Luister maar eens naar “Sitting On Top of the World” van de Mississippi Sheiks en “Come On in My Kitchen” van Robert Johnson. Bijna onverholen, nietwaar ? Applaus voor Tim. Zelfs Zac is komen kijken vanachter de hoek. Daarna is het de beurt aan het Chicago Blues Gezelschap. Om 8u45 stipt stappen Zac Harmon en zijn band het podium op en steken direct van wal met een funky instrumentaal nummer, als om aan te kondigen dat ze niet gekomen zijn om te lanterfanten. “Rock Me Baby” wordt gezongen door Zac, gevolgd door “I Got a Woman”, echte doorleefde Chicago blues. De rhythmsection houdt de beat strak aan. Cedric Goodman is een fantastische drummer en een show op zich. Samen met bassist Cory Burns tekent hij voor die perfecte gedrevene meticuleuze beat. Corey Lacey zorgt voor een vol geluid op keyboards, maar vooral een heuse, ouwe B3 Hammond met Leslie. Met “That’s Why” een nummer van zijn vorige CD, zit Zac in de trage blues, spectaculair gevoelig gezongen en met subtiele gitaarriedeltjes als antwoord op zijn gezang. In de zaal is het muisstil. Greg Wright wordt op het matje geroepen. Met zijn volle twee meter moet hij nog meer dan de anderen opletten zijn hoofd niet te stoten aan het lage gebinte. Samen zetten ze een dampend Mississippi Juke Joint Trance nummer in, met Gregg met een scheurende slide. Dan volgt Gregg’s “G’on Wit’cha Bad Self”, een heavy shuffle. Als ze zo samen spelen valt het nog meer op dat Zac Harmon trouwer is aan de pure Chicago sound, terwijl Gregg Wright eerder de Texas Blues stijl aankleeft. Maar op zijn minst kunnen we stellen dat beide gitaristen elkaar perfect aanvullen en dat er geen greintje concurrentiestrijd te bespeuren viel.
Diunna Greenleaf wordt op de bandstand genodigd onder luid applaus. De eerder kleine maar voluptueuze Texaanse is altijd goedlachs. Ze zet haar grote handtas neer in een hoekje op het podium. Het lijkt wel of ze net van de bus van Torhout is gestapt, alwaar ze de markt heeft gedaan. Maar als ze “My Backdoor Man” heeft ingezet, transformeert ze in een wulpse, ongetemde feeëks, een voodoo Queen, een onverzadigbare nymfomane. Haar toespelingen hebben hun oorspronkelijke double-entendre volledig kwijt gespeeld, ze heeft het recht voor de raap over seks en wellust. Wie dit niet wil aanhoren heeft pech. Diunna schokt en schudt met alles wat ze in huis heeft, wenkt met verleidelijk draaiende ogen en tong naar de eerste de beste man, ze maakt schunnige bewegingen met het onderlijf… Maar alles blijft dermate onderbouwd met haar enorme gevoel voor humor, dat het geheel karikaturaal en dus zeer verteerbaar blijft voor iedereen. Ze kan het niet laten om een ode te brengen aan haar grote voorbeeld en vriendin Koko Taylor, die dit jaar jammerlijk is overleden. Voor de finale van de eerste set gaat ze in duet met Zac. En iedereen in de zaal zingt mee “The Blues is Allright”…….. De tweede set opent terug met Zac Harmon en zijn band met “Set My Soul On Fire”. Daarna hebben we recht op een tweede uitstap naar de Mississippiaanse juke joints met Zac’s “Hattie Mae” een nummer dat helemaal een Burnside signatuur draagt. Ondertussen zijn we weer helemaal op dreef en Harmon niet in het minst. “Mojo Working” krijgt een ‘laissez les bon temps rouler’ zydeco arrangement en in het midden een gospel intermezzo bij wijze van brug. Please welcome Mr. Wright . Gregg doet zijn “King of the Rockin’ Blues” alle eer aan. Nog Texaanser als dit en je sterft ter plaatse. Het is tien voor elf, dus er kan nog een bis bij. Cory haalt zijn bass terug uit de zak. Hij is er zeer zuinig op. Zac zet “Mannish Boy” in. Na enige tijd kan Diunna Zac’s macho-verhaal niet meer aanhoren, en laat zich ‘It takes a woman to make a man a man’ ontvallen, waarna ze de song vervolgt met “I’m a Woman”. Maar het grote kippevelmoment krijgen we wanneer Diunna een akoestische gospel zingt, helemaal zonder micro en toch verstaanbaar. “God Be With You” zingt ze bij wijze van afscheidsgroet. Het roert zelfs de grootste atheïsten onder ons. We zijn als van de hand God’s geslagen. Een machtig concert hier in de Banana Peel. Moge er nog zo komen !!! witteMVSThe Chicago Blues Tour... |
||